maandag 27 april 2009

Kuddedieren en schapenwolken

Er ligt een kaart voor mij in de bus. Er staat een kudde schapen op. Met grote nieuwsgierige ogen staren ze naar een nieuw, dartel lammetje. Het is anders. Ze vragen: Hoort het wel bij ons? Op de kaart staat geschreven: “Deze afbeelding trof mij. Ik zag in dat lammetje mezelf. Zo heb ik me vaak gevoeld… “
Buitengesloten zijn, omdat je anders bent. Je kunt ook jezelf buitensluiten omdat je niet meer bij de groep wilt horen. Je bent bang. Je durft je mond niet open te doen. Je vindt je draai niet. Je begrijpt het niet. Wat moet je, met jezelf, met de ander….

Het is heerlijk als je bij een groep hoort en je je helemaal opgenomen weet. Vooral als de groep succes heeft. Fantastisch is het, nu, in Alkmaar, met AZ. Dat moet groots gevierd. Je wilt er bij zijn. Daar kun je uit je dak gaan! En als er niet gewonnen wordt, dan blijf je trouw. Je deelt in het geheel. Bij nederlagen zoek je de steun van de groep. Je maakt elkaar weer sterk.

De kerk(gemeenschap) wordt vaak getekend met het beeld van een kudde. Als vormen we een eenheid. Maar wie en wat verbindt ons? Waar gaan we voor? Er zijn tegenwoordig heel veel eenlingen die verloren lopen. Er is in de kerk maar weinig kudde. Het doel is gemist, of er was een ander doel. Geschopt, gediskwalificeerd, weggestuurd, of verraden….

In Hoogkarspel staat op de muur van de kerk de bijbeltekst: “het zal worden één kudde, één herder”. Het staat in de hal, bij de in- en uitgang. Het geldt voor binnen en buiten, het geloof in de ene kudde. De ene herder buigt zich over alles wat zich wil laten vinden: de gelovigen in de kerk, de verkopers van de daklozen krant in het winkelcentrum, de mensen die naar drank en drugs grijpen om zo met anderen mee te doen en erbij te horen, ieder die zichzelf is kwijt geraakt en verloren loopt.

De ene herder komt handen en tijd te kort. Gelukkig is de ene met velen. Ook buiten de kerk. Ik stuurde een kaart terug van een eenvoudige, arme herder met zijn arm over de schouder van het schaapje, boven op een berg hooi. Samen kijken ze naar alle vluchtige, voorbij drijvende schapenwolken.

maandag 20 april 2009

Ja, ja en nog eens ja

De dood kan op onverwachte momenten toeslaan en ons ontredderd achterlaten. Het dringt maar niet door: het is voorbij. Er valt niets meer te doen, niets meer te zeggen. Gevoelens van schaamte en spijt. Had ik maar niet…. Was ik maar… Hoe kun je het goed maken? Hoe moet je verder? Je kunt praten met de dode en zeggen, wat je bezwaart, wat er in je leeft, wat eerder niet gezegd kon worden. We geloven, we hopen, dat over de grens van leven en dood heen, gehoord en begrepen wordt.
Na de onverwacht brute dood van Jezus, is er een gesprek van Simon Petrus met de omgebrachte Jezus. Met de Opgestane. Een gesprek over grenzen van leven en dood heen. Dat gesprek is opgeschre-ven en ons overgeleverd. In de bijbel. Het is een gesprek over de laatste dingen, over wat er mis ging. Over het verraad, en de rol van Petrus erin. Op het cruciale moment had hij over zijn meester gezegd: “Ik ken hem niet”. Niet één keer. Maar drie maal. En na de laatste keer kraaide er een haan….. Afstand wilde hij. Niet betrokken zijn. Niet in het conflict meegezogen worden. Weg wezen. Vluchten. Bang was hij geweest. Bang om ook opgepakt te worden. In zijn angst had hij de Ander alleen geaten. Verraden. Nou ja, verraden? Hij was er al bij. Het maakte eigenlijk ook niet zoveel uit. Het was een verloren strijd. De kaarten waren al geschud. Zijn woorden deden er eigenlijk niet zoveel toe. Maar toch hoorde hij in dat kraaien van de haan zijn eigen verraad. Jezus had het geweten, had het voorspeld, had het van te voren al tegen hem gezegd. En nu was het waar geworden. Dit had hij niet moeten doen. Dit was fout. Maar het is gebeurd. Voorbij. Niet aan denken. Het is nu eenmaal zo gelopen.
Hoe kom je met je eigen geweten in het reine? Is er een weg terug?


De weg terug is – door het te zeggen, door het uit te spreken, door je fouten te erkennen, door te on-derzoeken en te ontdekken hoe het zover gekomen is. En door anders te worden. Er moet iemand zijn die je daarbij helpt, en die je een spiegel voorhoudt.

“Heb je mij lief?” hoort hij Jezus vragen. En hij zegt “ja, u weet het!” maar wat betekent dit “ja!” ??? Is het niet veel te gemakkelijk? Het drie keer “nee, ik ken die man niet” wordt nu een drie keer “ja, ik heb je lief”. Wat is er dan veranderd? Van-waar die ommekeer? Is het oprecht? Of is hij op-nieuw bang, om afgewezen te worden…
Is dit het JA van het rotsvaste geloof in het eigen gelijk, en van een waarheid die het bezit is van de kerk en haar leiders?
Of is het een JA, om samen met andere leerlingen en volgelingen van Jezus te zoeken naar grazige weiden en bronnen van leven. Het JA van een kerk waar ieder zijn/haar eigen stem, geloof en twijfel mag laten horen, waar ieder zijn/haar zorgen, pijn en vreugden kan delen, en waar mensen open dur-ven gaan voor ontmoeting en gesprek, om van el-kaar te willen leren.
We houden het visioen hoog van een open kerk, waar men samen leert, leeft, en vreugde en verdriet deelt. Dat is een zegen. Daar woont Gods liefde, te midden van mensen.
Dit is het thema a.s. zondag. We lezen uit het evangelie van Johannes 21, vers 15 – 20.

vrijdag 17 april 2009

In het tere licht van Pasen

Pasen is
opstaan en open gaan
groeien en geboren worden

jonge blaadjes kruipen te voorschijn
laten zich leiden door de warmte van de zon
bomen tooien zich in tere bloesems
maken zich op voor de liefde
te mooi om waar te zijn.

Mensen als kwetsbare bomen in de bloei van hun leven. We zien ze overal om ons heen. Door licht en warmte is er vertrouwen en openheid. Het leven ontvouwt zich in tere, kwetsbare bloesems. Een nieuwe lente!

Pasen is
opstaan uit de dood
opstandig zijn vanwege het lijden
opstand tegen onrecht
verzet tegen de leugen
geloven in het leven
de liefde beamen
licht is sterker dan het donker
warmte verdrijft de kou
leven overwint de dood

Wat moeten we geloven? Overwint het licht? Is het niet voorbarig en vroeg, deze lente? Hoe pakt het uit met het geloof in de gepredikte liefde? Het leven is onvoorspelbaar. Komt er nog vorst? Zijn de koude luchten te verdragen? Maakt het straks alles kapot? Komt het wel goed? Hoe kunnen we ons wapenen tegenover de machten der duisternis, tegen de strenge vorst van de nacht?

Er is een stil weten
van zachte krachten
uit diep verborgen bronnen

leef in het nu
sta op in het nieuwe licht
vertrouw
geloof
het leven draagt vrucht

vrijdag 10 april 2009

Paaseieren

Pasen
feest van licht en leven
van groeien en opnieuw geboren worden
eieren breken open
bomen lopen uit en vangen vogels
zo wonderlijk - Pasen!


Paasmorgen staat, voorin de kerk op de tafel, een grote mand met “gewone” rauwe kippeneieren. Het staat symbool voor de lente en het leven. Eieren dragen de belofte van nieuwe toekomst, van lieve, geel donzige kuikentjes. Het leven is een wonder! Elk seizoen opnieuw. Die mand met eieren staat voor de verzamelde gemeenschap van mensen en voor het leven dat Pasen viert.

Wie goed kijkt ziet hoe bijzonder de eieren stuk voor stuk zijn. Ieder ei is apart, is anders: groot (dubbeldooiers) en klein, vuil, misvormd of gekneusd. Er is bijna geen normaal ei te ontdekken. Maar wat is normaal? Voor de handel zijn ze niet geschikt. Ze hebben niet de goede maat. Als je in onze maatschappij niet aan de gestelde normen voldoet, dan val je af, als afval. Een afvallige.

Pasen is het feest van leven. Nieuw leven zoeken. Het wil zeggen: zie het leven met nieuwe ogen. Zie het van een andere kant. Van de onderkant. Om te beginnen bij wie gebroken en gekneusd werd. Ontdek hoe waardevol, kostbaar en voedzaam het leven is. Let niet te veel op de buitenkant, maar let vooral op de binnenkant, op het hart. Met Pasen vieren we dat wat verstopt was, wat verloren ging, wat afval werd genoemd en gemaakt - in de kerk en buiten de kerk - gezien en gevonden zal worden. Het wordt samengebracht in één geheel. Bij God.

Ineens zien we, in de mand, bij al die eieren, in een hoekje, wat gebroken lege eierschalen liggen. Lege schalen. Was hier sprake van nieuwe geboorte? Of diende het als wonderlijk voedsel? We weten het niet.

Met Pasen vieren we dat het leven sterker is dan de dood. In het donker van de nacht zien we het volle licht van de maan. Vroeg in de morgen ontwaakt de nieuwe dag met veelstemmige vogelgeluiden. In de pastorietuin loopt een koppeltje jonge hennen. We kijken uit naar hun eerste eitje. Ik ben gek op eitjes. Heerlijk: zacht gekookt! Het hoort bij Pasen: eieren eten. We gaan ons te buiten aan eitjes met wonderlijke kleuren van chocola, puur, melk en wit, van suiker en gevuld.

In de kerk is er een Paasbrunch, met symbolische gerechten. Eiersalade op matzes, op ongezuurde broden. Met Pasen willen we ons voeden met verhalen, en met toekomst. En wie wil, mag een kwetsbaar ei mee naar huis nemen….

Ds. Ineke van Middendorp-Sonneveld

Om 10.00 uur is er dienst in Hoogkarspel met kinderen en met de cantorij, met een Paasbrunch.

vrijdag 3 april 2009

Olie en zalf

Zondag is het Palmpasen. Een eigenaardig, vrolijk dubbelzinnig feest. In de kerk lezen we het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem. Mensen staan aan de kant van de weg en zwaaien enthousiast met palmtakken. Ze halen hem binnen als hun bevrijder. Hij is de Messias, de door God gezalfde koning. Het lijkt een volksopstand. Maar het is een vreemd spektakel, met een zachtmoedige man op een ezel, zonder enig machtsvertoon, die daar de stad inrijdt. Hij is eenvoudig die hij is. Als je niet goed oplet, is hij voorbij voordat je er erg in hebt.
Na Palmpasen volgt een stille week van vasten en bezinning. We volgen in de kerk het spoor van de laatste gebeurtenissen rond Jezus. In de R.K. Kerk wordt in de kathedraal van elk bisdom op woensdagavond de nieuwe olie gewijd. Het ruikt heerlijk in de kerk. De parochianen nemen die nieuwe olie mee naar hun eigen kerk. Het is een prachtig symbool: zalf, en olie. Het is het teken van heilige Geest, troostend en verzachtend voor de schurende pijn. Het maakt sterk, beschermt tegen het kwaad en is een teken van vrede.
Op donderdag zitten we aan tafel met het laatste avondmaal. We worden gereinigd, handen gewassen en afgedroogd. We breken en delen brood. De beker wijn gaat rond. We gedenken hem die ons is voorgegaan. We horen van een vrouw die bij de maaltijd hoofd en voeten van Jezus zalft, want hij is de Messias, de Christus. Ze krijgt veel commentaar. Wat denkt zij wel, dat ze dit meent te moeten doen? Die avond, na de maaltijd, wordt Jezus door verraad uit eigen kring opgepakt. Al zijn eigen leerlingen smeren hem.
Op vrijdag is er een doortrapt proces met valse getuigenverklaringen. Snelrecht. Er is haast bij. Jezus wordt gemarteld en gekruisigd. Er is geen verzet. Ook hij laat het gebeuren. Het is afgelopen met opstandeling Koning Messias Ezel.
Met zalf in de pot en olie in de kruik blijven we ontredderd achter. We wachten op het licht, op een nieuwe dag.

Palmpasen is met kinderen en palmpasenstokken, om 10.00 uur in Westwoud
Witte Donderdag is er om 19.30 uur dienst in Hoogkarspel
Goede Vrijdag is er om 19.30 uur dienst in Westwoud.