maandag 29 juni 2009

Voorbij

Hoe sneller je bent, hoe meer je voorbij gaat. De gang op de fiets is voor mij een mooie, menselijke maat. Het geeft voldoende tijd om iemand te herkennen, te groeten, aan te spreken of voorbij te laten gaan. Ik hoop dat ik u de volgende keer zie, voordat u voorbij bent, zei iemand tegen me, die ik een paar dagen te voren fietsend gegroet had. Ik ben soms een snelle fietser en zomaar voorbij.

Het is zomer geworden. Voorbij is al weer de langste dag van het jaar, de zonnewende. Elk jaar staan we - midwinter - in het donkerst van de tijd uitgebreid stil en vieren in allerlei kringen Kerst, de geboorte van het licht, van het Christuskind. Waarom dan niet de zonnewende in het volle licht gezet? Daar mag toch ook alle aandacht voor zijn!
Het bijbels leesrooster in onze kerk volgt momenteel het spoor van Paulus’ brief aan de gemeente te Rome. Het gaat niet over het licht van de zomerse zon. Paulus schrijft over het lijden van de mensen, over de schepping in nood. Het zijn barensweeën, het is geboortepijn. Het gaat voorbij, er komt iets ongekends nieuws. Houdt goede moed. Niets zal ons scheiden van de liefde van God.

Het is de verbondenheid met de schepping, het werken in de tuin, de zorg om het leven, de inzet voor vrede en gerechtigheid, schone lucht en helder water, waarin we de liefde van God ervaren. Het is in het voorbijgaan, in de oogst van het leven, en in nieuwe geboorten. In de stille aandacht. Voorbij is nu de bloei van de lentebloemen. De tulpen-bollen worden geoogst en in grote netten van het land gevist. Voorbij is het steken van asperges. We genieten van steeds weer andere, nieuwe vruchten van het land: Opperdoezer ronden, aardbeien en bessen. Alles heeft zijn eigen tijd.

Bij alles is de liefde van God onze dragende grond. Het is verbonden met donker en licht, met midwinter en zonnewende, werk en rust, zaaien en oogsten, geven en nemen, geboren worden, leven en sterven. Het gaat voorbij. Ook wij, ons leven. Het is soms zomaar afgelopen. We moeten afscheid nemen. Het ging zo snel, zeggen we tegen el-kaar. Het is niet te bevatten. Voorbij, een kostbare mens, en de verbondenheid die er was. Om stil van te worden.

Ook de dominee gaat voorbij.

zaterdag 20 juni 2009

Vlier

In de meditatie-vesper van begin juni in Hoogkarspel lagen op een schaal, in het midden van de kring drie handenvolle bloesems van de vlier. Zowel in de binnentuin van de pastorie als in de buitentuin staat de vlier te bloeien. Zij biedt haar witte bloesem aan in ragfijne schaaltjes en nodigt uit er iets van te nemen.
Maria de Groot dichtte:

Vlier langs de landweg, jij bent mij een teken
dat witte bloesem en bloedende vrucht
samen het feest van het leven ontsteken
durven te zijn, voor geen winter beducht.
(uit: het lied van de ongehoorzamen)

Ik vind het een ontroerend mooi en eenvoudig beeld. De vlier langs de landweg. Onderweg kijk ik waar ik haar zie. Ik wil nog wat van haar schalen oogsten om vlierbloesemsap maken. Ik ben al wat laat. Zij is al bijna uitgebloeid. De schalen van de vlier rond mijn huis zijn te hoog. Ik kan er niet bij. En in de lagere heeft de luis zich genesteld.

Vlier langs de landweg. Ik zie haar op verschillende plekken. Ook langs sportvelden. Nu met de witte bloesem en straks met bloedende vrucht. Het wit van de zuiverheid, de schoonheid. En in de nazomer het donker-paarsig-rood van de bloedende trossen. Het doet aan lijden en lijdensweg denken.
Het één ontwikkelt zich tot het ander. Met het seizoen mee groeit en rijpt het leven. Alles heeft zijn eigen plek, zijn betekenis en waarde. Samen vormen zij het feest van het leven. Samen staan zij sterk en zijn niet bang voor wat er komt, voor de storm en de kou van de winter.

In mijn kruidengids las ik dat vroeger ook bij het keukenraam van boerderijen, de vlier te vinden was. De vlier beschermt tegen kwade geesten, tegen vliegen en ongedierte. De vlierbes zit vol mineralen en vitamines, is reinigend en opbouwend voor het bloed. Maar nu zijn er nog witte bloesems. Voor in de thee. Of gedompeld in een pannenkoek beslag, gebakken. En om sap of siroop te maken.

Dat wij bij alles,
bij de pracht van de bloeiende bloesem en
bij de pracht van de bloedende vruchten,
dat wij ons in vreugde en pijn geborgen weten
bij God, gekend, behoed en bewaard.

maandag 15 juni 2009

Wortels

Dinsdag jl. was in de Rabobank (Zwaagdijk Oost) een goed bezocht symposium over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er waren verschillende presentaties: over paprika’s in de Wieringermeer en over rozen in Kenya en China. Sirimba was er (ontwikkelingsproject in Kenya) en de oecumenische Stichting Solidaridad. Het ging over fair trade, eerlijke handel, waarbij zowel de grondstofproductie als de handelsketen beoordeeld wordt op rechtvaardige prijzen en handelswijzen. We luisterden naar bevlogen mensen, die oog hebben voor een betere wereld, en die bij hun bedrijfsvoering de sociale en milieuaspecten laten meewegen. Vanuit de zaal kwam de vraag: waarom doen jullie dat? Komt het door jullie katholieke wortels? Er werd aarzelend op gereageerd. Solidaridad en Sirimba wortelde wel in de R.K. Kerk. Maar er speelden veel andere dingen, ontmoetingen en familiebanden.

Het bleef me bezig houden, die vraag naar de wortels, naar het geloof. Welke gelovige draagt de mooiste vruchten: de katholiek, islamiet, jood, humanist, ietsist, atheist of heiden. Is de één beter of slechter dan de ander? Hoe zit het met alle verschillende wortels? Veel lijkt onlosmakelijk met elkaar verstrengeld. We pikken allerlei graantjes mee, in onze kleurrijke samenleving. De katholiek bestaat niet. Ook niet de heiden.

De traditionele wortels en de vruchten zijn in de samenleving niet meer duidelijk herkenbaar. Als christen hoef je niet op een christelijke partij te stemmen. Weekblad Elsevier meldt dat 20 % van de protestanten en katholieken bij de europese verkiezingen op de PVV – feitelijk Geert Wilders – heeft gestemd. Het CDA scoorde 30%. Dat zou de PVV tot tweede partij voor christenen maken. Waarom maken christenen die keuze? Mogelijk draagt de kerk zelf bij aan een anti-islamitische stemming. Als je uitgaat van de eigen waarheid en het eigen gelijk, en je de ander ziet als mindere, als achtergebleven en nog te bekeren, is er in ontmoetingen en gesprekken geen sprake van fair trade. Dan zijn de kaarten geschud en worden kaders niet doorbroken.

Bij de bank werd over maatschappelijk verantwoord ondernemen gesproken. In de kerken gaat het gesprek over het geloof, over de wortels en de traditie. Wat draagt bij aan vrede en aan een rechtvaardige samenleving en wat breekt af. Het gaat over gezonde geestelijke voeding die inspireert en hoop geeft, en over wat ongezond is en angstig maakt en opsluit in een enge wereld van het eigen gelijk.

Het is vrijdag. We eten biologische wortels en duurzame vis.

vrijdag 5 juni 2009

Zwem - geef - lees

Hoogkarspel heeft een openbaar buiten zwembad. Elke dag probeer ik een uurtje vrij te maken om te gaan zwemmen. Dat is voor mij meer dan baantjes trekken. Het is ook mediteren. Soms op de tekst van een lied. Of op mijn rug, kijkend naar het spel van de zon en de wolken, naar vogels en naar vliegtuigen die dikke strepen achterlaten. Heerlijk is het, je gedragen te voelen door het water.

Vorige week was mijn zoon op bezoek. Hij leerde mij de meditatieve schoolslag. Je maakt met je beide handen een kommetje onder je kin. Je strekt je handen ineens, zo ver mogelijk naar voren: je geeft. Even rusten. Dan duw je met je handen het water heel krachtig weg. Je baant een weg door het water. Het is geven en nemen.

Als het mooi weer is, wordt het druk in het bad en is het met de rust gedaan. Dan zijn er jongeren die het prachtig vinden een bommetje te maken. Of je wordt ongewild betrokken in spelletjes. Je bent een obstakel, dat in de weg zwemt. Dat botst. Je kunt weggaan en op rustiger tijden wachten. Op slecht weer. Maar ik leerde er anders mee omgaan. Door een zwembrilletje op te zetten. Dat is even wennen, maar ideaal. Het sluit je van je omgeving af. Je zwemt met het hoofd onder water. De ander stoort niet meer, de drukte en het gespring. Je keert in, vouwt je handen tot een kommetje, je geeft, je trekt je eigen lijn.

Badjuf Bep had nog niet eerder gehoord van de meditatieve schoolslag: geef en neem. Zij wist wel dat je bij de schoolslag je handen kunt vouwen tot een boek: lees! Lees je handen, de lijnen, de levensverhalen. Ik ben nog niet uitgezwommen. Dit uurtje zwembad is voor mij, meer dan de kerk, een moment van inkeer en rust. De kerk is - voor mij - vooral druk, is dienst doen, vergaderen en gesprekken voeren. De kerk is van heel verschillende mensen met uiteenlopende meningen. Dat kan botsen. We moeten leren er op een open, creatieve manier mee om te gaan, elkaar te respecteren en ruimte te geven.

Zowel kerk als bad blijven voor mij plekken van meditatie, van geven, nemen en delen. Botsingen zijn onvermijdelijk. Ik zet mijn bril op en lees het Boek.

p.s. Voor de sceptici wat betreft de meditatieve schoolslag verwees mijn zoon naar een filmpje met de juiste instructie. http://www.youtube.com/watch?v=nMoJVla31tc