zaterdag 31 oktober 2009

Gezond geloven

“Wat fijn dat jullie christenen zijn!”Samen met mijn man zit ik aan tafel bij onze gastvrouw. We hebben een weekje vrij en wandelen in het oosten van het land een stuk van het Noaberpad, langs de grens met Duitsland. Elke dag zoeken we een adres om te overnachten. Als het kan, bij particulieren die zich verenigd hebben als “vrienden op de fiets”. We hadden haar gebeld. Ze had gevraagd of we ‘s avonds mee wilden eten. Dan hoefden we niet meer de stad in. Zo zaten we met elkaar aan tafel, en begonnen de maaltijd met gebed.
“Mijn gebed is verhoord!” zegt ze glunderend. “Ik heb vandaag zo gebeden, dat jullie christenen zouden zijn!” Terwijl ik de vegetarische gerechten op mijn bord schep, zeg ik met een kwinkslag: “Het lijkt méér dan verhoord: mijn man is diaken, en ik ben dominee.” Haar mond valt open van verbazing. Het geeft haar een sterk “wij”gevoel. Wij zijn nu onder ons. Ze vertelt over de vele beschadigingen en vernederingen in haar leven. De pijn van het scheiden. De mislukking van een volgend huwelijk. De zwaarte van de zorg voor haar kinderen. Ze kon het niet aan. Haar zoektocht langs hulpverleners, haar dwalingen in de wereld van New Age, van meditatie en kerk. En nu ze Jezus heeft gevonden, gaat het veel beter. Al het andere berust op leugens. Dat is het werk van de duivel.
Ik probeer een vraag: “De duivel, zit die ook niet onder christenen?” Ze kijkt me vragend aan. Ben ik het niet met haar eens? Ik preek en leg uit: “Wees kritisch, heb respect.” Het gesprek gaat verder, nu ook over ons voedsel. Over wat gezond en ongezond is. Voor haar: geen varkensvlees en geen zuivel. Zij trekt haar lijnen anders als wij.
De volgende morgen heeft ze voor het ontbijt, speciaal voor ons kaas gehaald. Voor zichzelf maakt ze iets gezonds klaar met stukjes gemberwortel. Zij vraagt of ze met ons mag bidden en danken. Als we daarna bepakt en bezakt vertrekken, wijst ze de weg naar het station: “Het is zo gemakkelijk, het lukt je hier gewoon niet om te verdwalen. Kijk die kant op, langs de Mcdonalds, en dan rechtsaf”. We krijgen een paar dikke zoenen.
Vreemd, de Mcdonalds hebben we gemist. Langs een grote omweg vonden we uiteindelijk het station.

zaterdag 10 oktober 2009

Baren en geboren worden


Hij is geboren! Luister maar…….! Ik hoorde het eerste schreeuwen van onze kleinzoon door de telefoon, en stroomde vol ontroering….. .Ik belde mijn moeder. Ik belde mijn man en haastte mij, met de pan soep die ik die dag voor ons had klaargemaakt, naar de trein, om spoorslags naar Leiden te gaan. Een paar uur later stonden wij, opa en oma, voor hun huis. We vonden het kind met de moeder, liggend in bed tegen elkaar aan, ons verwachtend. De strijd was gestreden. Er was een mengeling van oud en nieuw, van barenspijn en de verwondering van de geboorte. Wat gedaan moest worden werd gedaan: vader en opa gingen de nageboorte in de tuin begraven. Ik warmde de soep. Daarna zaten we met elkaar aan de maaltijd rond het bed, euforisch, met Lars Nico Willem. Stralend geluk, als een geschenk uit de hemel, zo was dit intieme samenzijn. Dit is nieuw leven, nu echt begonnen. Voor altijd is ons leven door zijn komst veranderd. Alles goed. Ja, zeer goed.

De dagen erna: het voeden, verzorgen en de zorgen. Hij wordt geel en moet naar het ziekenhuis onder een lamp. Gedoe met borstvoeding. Weer thuiskomen. Vragen: drinkt hij wel goed? Waarom huilt hij? En als het ’s nachts erg stil is: zou hij nog wel ademen? Dit nieuwe leven gaat alles beheersen.
We bellen bijna dagelijks. We willen weten hoe het nu is. We spraken bij dit ingrijpende gebeuren niet over God, of over geloof. Maar nu vertelde mijn dochter dat ze van haar schoonouders, die juist in die dagen dat zij baren moest in Lourdes waren, een flesje gezegend water heeft gekregen. “Wat ga je daarmee doen?” vroeg ik. “Geef je hem dat te drinken, of giet je het uit over zijn hoofd?” “Ik weet het niet” zei ze aarzelend, “misschien, over zijn hoofd, als hij ziek wordt.” Ik hoorde de bezorgde jonge moeder die een beroep wil doen op het ongrijpbare, het hogere, als het nodig is.

Een mooi geschenk is het, zo’n flesje hemelwater. Het bracht ons in gesprek over kerk, geloof en opvoeden. Ik heb begrepen dat de jonge moeder verwacht dat de ene oma de bijbelverhalen zal vertellen, en dat de andere oma zal weten van Maria, en dat heel het leven gezegend kan worden.

Het water wacht.