zondag 14 november 2010

Op de grens van samen


“Dit is toch het huis van God? Mag dat hier in de kerk: een wereldse maaltijd?” De vraagsteller wist weinig van kerk en geloof, en van maaltijden. Daar kon hij niet bij. Het is ook moeilijk. Wat is het unieke, het speciale, dat gelovigen bindt? Wat is een wereldse maaltijd? En wat kan samen gedaan worden? Samen met de R.K. Kerk? Samen met “zogenaamde” ongelovigen? Samen met de moslims? Dezer dagen spreekt de synode van de Protestantse kerk over de vraag of we samen met moslims zouden kunnen bidden. Ik weet al wat eruit komt: dat men het erg moeilijk vindt.

Ik blijf het gekke maar boeiende vragen vinden: over de grens van geloof en wereld. Eerlijk gezegd kan ik in mijzelf die grens niet ontdekken. Ik leef mijn eigen leven en weet niet, of ik de gewone dagelijkse dingen doe en/of laat vanuit mijn geloof, of vanuit mijzelf, mijn eigen geweten, scholing en achtergrond. Er zijn zoveel dingen die meeklinken en die maken wie je (geworden) bent. Geloven is voor mij zoiets als muziek. Daarover kunnen we met elkaar in gesprek. Wat vind je mooi samenklinken, en wat niet? En als een groep mensen met elkaar muziek maakt, doet hun geloof er dan toe? Vinden zij dat belangrijk? Wil men alleen samen spelen met mensen, met dezelfde (politieke/gelovige) overtuiging? Maakt dat het extra mooi?

Zondag jl. was ik bij het concert van het zangkoor Floraklanken, in Bovenkarspel. Als koor hebben zij niets met kerk en geloof. Zij staan daarboven. Zij brachten een paar mooie geloofsliederen ten gehore in vreemde talen, in het Latijn, in het Duits. Het vreemde daaraan is dubbel: de taal en de symboliek van het geloof zijn voor veel mensen vreemd geworden, of altijd vreemd gebleven. En het wordt niet uitgelegd, niet begrepen. Het gaat ook niet om de inhoud. Het gaat om luisterrijke schoonheid. Zou de inhoud meespreken, dan werd het waarschijnlijk alleen maar moeilijker, want dan gaan verschillende meningen en (geloofs)overtuigingen van de koorleden meespelen.

Ik hoorde het prachtige, maar gewelddadige overwinningslied van Mirjam, van Frans Schubert: “De vijand is verslagen! Dood! God is groot!” Wat moeten we met dit lied over een God, die ten strijde trekt en mensen de dood aandoet?

Misschien toch met moslims in gebed, en vooral stil worden.