donderdag 30 december 2010

Wijze vrouwen uit het westen

A manha vai ser outro dia - morgen zal een andere dag zijn - dit lied zou het intro van de kersttoespraak van de nieuwe president Dilma Rousseff aan het Braziliaanse volk geweest kunnen zijn. En dat zij daarna dan zegt: “Vandaag is het in vervulling gegaan!” Brazilië heeft haar vrouwelijke president, en dat mag net zo bijzonder gevonden worden als de V.S. met zijn zwarte man Barack Obama. Want hiermee worden vanzelfsprekende kaders doorbroken. Nu wordt het anders…

Vlak voor Kerst hoorde ik op de NOS radio het bericht dat Rousseff haar kerstgeschenk voor Brazilië had uitgepakt: zij had de nieuwe regering bekend gemaakt. Haar belofte is zij nagekomen: op de 34 ministerposten zitten 9 vrouwen. Dat is drie keer meer dan daarvoor. Op sociale ontwikkeling zit een vrouw. En op vrouwenzaken. Voor rassengelijkheid is er een zwarte vrouw. Voorheen werd dit door witte mijnheren gedaan. En Ana de Holande is minister geworden, de zus van Chico Buarque de Holande, één van de bekendste Braziliaanse liedtekstschrijvers en zangers van de 20-ste eeuw.

Ik hoorde het op de radio. Ik wilde graag ook beelden. Ik wilde meer zien en horen over dit wereldnieuws. Ik zocht in kranten en op internet, maar vond bijna niets. En daarom vul ik zelf maar in, hoe het zou kunnen zijn – de toespraak, en de entourage. Ik dacht aan het lied dat Chico Buarque zong in de jaren 60 en 70, toen Brazilië nog een gewelddadige militaire dictatuur kende. Dat een andere tijd komt, ook al wil de regering dit op allerlei manieren tegenhouden.

Het lied werd een enorm succes. De militairen voelden de dreiging die ervan uitging en verboden het. En het gebeurde, dat bij een optreden van Chico Buarque, de mensen begonnen te roepen: Amanha vai ser outro dia - zing het voor ons!!! Chico Buarque pakte zijn gitaar, maar stopte. Hij zag de militairen staan. Hij zag een waarschuwing in de ernstige gezichten en wist dat hij opgepakt zou worden. Maar de mensen riepen, en hij zei: lieve mensen, het is mij verboden dat lied nog langer te zingen. Het mag niet gehoord. Ik zal het dan ook niet zingen. Ik zal het voor jullie spelen. En hij speelde de sterren van de hemel. En heel het publiek zong: over morgen, een nieuwe tijd; over vrede op aarde, voor arme mensen.

Kerst 2010. Een kort bericht op de radio over de nieuwe regering in Brazilië. Over minister Ana, de zus van Chico Buarque. Horen we deze dagen het oude, versleten verhaal van drie wijzen uit het oosten, dit jaar hoorde ik als responsie hierop van de komst van drie maal drie vrouwen in het westen. Een (h)eerlijke belofte wordt vervuld.

vrijdag 24 december 2010

Het licht van de volle maan.

Lange tijd heb ik niet van de Kersttijd gehouden. Ik vond het veel te veel glitter en buitenkant. Te oppervlakkig en te commercieel. Maar ik ben bezig de knop om te zetten. Het is ook mooi om Kerst te vieren. Het is gezellig met alle drukten in de kerk, en met de familie. En ik geniet. Vooral van de dingen die je zomaar gebeuren. Ik verwonder me over de prachtige laag sneeuw die is neergedaald vanuit de hemel. Over het vuil van de wereld is een warm, schoon, wit kleed gelegd. Het klopt met de plaatjes van onze kerstkaarten.

Begin deze week vierden we oecumenisch Kerst in het Noorderlandhuis in Hoogkarspel. We zongen de bekende liederen: over de geboorte van het Kind Jezus, en van licht in het donker. We dachten aan het donker van een wereld verloren in schulden, een wereld die van de ene crisis in de andere valt. We dachten aan het donker van het instituut kerk en haar leiders, die haar eigen zonden het liefst toedekken met een warme mantel der liefde. En aan het donker in het leven van kleine kinderen, van ouders, van mensen.

Licht in het donker: het lijkt dit jaar anders te klinken. Ons overviel veel te veel donker, de afgelopen weken. Kerst werd zomaar ingekaderd in een donkere, zwarte rouwrand. En daarom is het hoopvol, als we desalniettemin toch Kerst willen vieren. We spreken ermee uit, dat het nu toch eindelijk licht zal worden!

Dit jaar was de kerstviering in het Noorderlandhuis een bijzondere: er werd geen communie uitgereikt. Er stond wel een communiegebed afgedrukt in het boekje. Want zo waren we het altijd gewend. Maar in plaats van “brood” baden we om “licht”. We deelden het licht. En wonderlijk, hoe mooi dat alles paste. We ontvingen het kwetsbare licht en gaven het door: dit tere, eeuwige licht zal er zijn, onder ons, in ons, onverwacht en op heel verschillende manieren. Het laat zich niet door mensen opsluiten, niet in kerken, niet in rituelen. Hij is geboren: Jezus Christus, Kind van het Licht, van ons zoekende, samen-kerk-zijn.

Het verhaal spreekt van een ster. Maar ik zag deze nacht zo wonderlijk, groot en rond boven Lutjebroek, het volle licht van zuster maan.

Ik wens u allen goede moed, op uw weg naar licht en vrede!

zondag 12 december 2010

Stilstaan

We zijn op weg naar Kerst. De sneeuw is er al. Prachtig om te zien. Lastig en soms gevaarlijk als je er doorheen moet. Maar koud en bedreigend als je geen plek, geen thuis hebt.
Vorige week gingen we door een witte wereld op weg naar de rechtbank in Haarlem met een Afghaanse familie. 14 jaar geleden zijn zij naar Nederland gevlucht. Vader, moeder en drie kinderen (17, 15 en 11 jaar). Moeder en kinderen kregen een verblijfstatus. De vader niet. Of beter: eerst wel, maar dat werd later weer ingetrokken. Want hij heeft destijds in Afghanistan bij een foute organisatie gewerkt. Dat maakt hem verdacht. Er zijn geen bewijzen. Maar hij bungelt. Met alle gevolgen van dien. Het gejojo, het vernederende van verdacht zijn en je niet kunnen verdedigen. Niet mogen werken. Het illegaal verblijf. Het strafbaar zijn, ook van het gezin, als zij hem huisvesten. Zich moeten melden. Met steeds weer andere, administratieve, bureaucratische regels en wijzigingen van toeslagen en afslagen die dan weer van toepassing worden. Het gezin weet van donker en kou. En van grote dreiging.
Met hen gingen we over gladde wegen naar Haarlem, waar hij voor moest komen. We kwamen in een file terecht. Het stond stil. We zaten opgesloten. Angstvallig hielden we de klok in de gaten. Komen we wel op tijd? Gelukkig kwam er weer beweging. We belden: we zijn laat, maar we komen eraan!
In de rechtbank was de zitting vooral zakelijk. Op de tafels: te dikke dossiers, die door de jaren heen uit hun voegen gegroeid waren. Er was een herhaling van dezelfde argumenten, met soms een tevergeefse zoektocht in alle papieren naar een nieuw steekhoudend punt. De aanklager van de IND vatte het in de pauze kort voor ons samen als: domme pech, maar regel is regel.

Ik zag de verslagenheid en het verdriet van de kinderen. Zij zijn opgegroeid met trauma’s, met ernstige verliezen, en met de angst dat hun vader terug moet, het doodsland in. Zullen zij hier ooit hun weg in het leven kunnen vinden, een basis van vertrouwen in mensen? Dan mag er wel een wonder gebeuren, en dan dient er zo snel mogelijk recht gesproken te worden.
Wij zijn op weg naar Kerst. We staan stil, beschaamd, wachtend op een uitspraak, op beweging, op heil aan een wereld verloren in schuld.