zaterdag 5 maart 2011

Een dominee van niets

“Ik ben een dominee van niets!” Zo begon de preek zondag jl. in de Dominicuskerk in Amsterdam. Dat hakte er bij mij, als kerkganger-dominee, behoorlijk in. Het verbaasde mij, dat een collega dat zomaar zo zegt! Het is toch pijnlijk, dat er zoveel niet loopt en lijkt te mislukken in de kerk. Dat er ’s zondags vaak te veel lege plekken zijn. Dat we ons afvragen: Wat blijft er uiteindelijk over? Waar doen we het voor? Waar gaat het om? Wie zijn we? Van wie? Het werd in de Dominicus uitgelegd: wij zijn van niets. Van niet-iets. Het was een gezegde van ds. Jean Jacques Suurmond, columnist in Trouw. Een dominee van niets.

Het Heilige, waaruit we leven en waarop we ons richten, is niet te vatten. Ongrijpbaar is het, waar het geloof mee bezig is en niet te bezitten. Het gaat om een open, lege, creatieve ruimte. Wat het geloof betekent, werd en wordt uitgesproken door ons, dominees, als het sprekende Woord, en uitgelegd in de preek. En het wordt beleefd en verbeeld in de sacrale dans. Daar bewegen wij ons, in reidans, rond een midden, een centrum, dat leeg is, dat “niets” is. Op dat punt zetten wij wel vaak een symbool neer, om het “niets” zichtbaar te maken: het licht van een brandende kaars, de liefde als een rood hart, een sjaal met alle kleuren van de regenboog, de gestalte van een engel, een bosje sneeuwklokjes of een roos. We geven het midden een zekere invulling, maar het gaat om wat erachter ligt: het “niets”, waarin iets gebeuren kan. Zoals de stilte wacht op een woord, of op muziek. Het gaat om een basis, een grond van vrijheid, om verwondering, om God, om het Heilige dat opgeroepen wordt en gebeurt, in ons verwachtende midden.

Een dominee en een kerk van niet-iets geeft ruimte aan de beweging, aan creativiteit, aan de Ander. Zij is niet van het één en niet van het ander. Zij is vrij, en laat zich niet claimen. Zij gaat voor vrede, voor het Geheel.

Er gebeurt in deze tijd heel veel in kringen van de kerk. We tasten naar het Heilige, naar wat alles te boven gaat, naar het niet-iets. We staan met lege handen. Een kerk en een dominee van niets. Het is niet anders.