vrijdag 3 februari 2012

Bezopen

Zaterdagnacht werd er hard tegen de deur van de kerk gebonsd en getrapt. Ik was in de pastorie aan het afsluiten. Alles was klaar voor de komende zondag: preek, liturgie, gebeden. Ik liep de kerk in, deed open, en keek in een verschrikt gezicht van een meisje, dat blijkbaar niet verwacht had dat de deur van de donkere kerk voor haar geopend zou worden. “Wat is er?” vroeg ik. “Niks, helemaal niks! Je hebt niks met mij te maken!” schreeuwde ze en trapte opnieuw tegen de deur. Vol medelijden zei ik: “Meisje, je hebt te veel gedronken! ” Maar ze keek mij boos aan en liep wankel weg, het donker in, richting kroeg. Op de stoep voor de kerkdeur raapte ik een plastic flesje op, waarin het water vervangen was door sterke drank, en een aangebroken pakje sigaretten. “Roken is dodelijk”, stond erop.

De volgende morgen lazen we in de kerkdienst het verhaal van Jezus in de synagoge. Een man, bezeten van een onreine geest schreeuwt tegen Hem: “Wat hebben wij met jou te maken?” Jezus zegt dan niet: “Man, je bent bezeten”. Nee, Jezus spreekt met gezag: “Zwijg en ga uit hem weg”. En de onreine geest blaast de aftocht.

’s Nachts lig ik te tobben over het meisje, en dat ik haar zo weg had laten gaan. Ik had haar binnen kunnen vragen voor wat warmte, voor een glas melk. Ik voel mijn tekorten: een klein gelovige dominee, die geen duivels kan uitdrijven. En daarbij moet ik ook weer denken aan een gesprek over een kinderlied met de gelovige tekst: “Stap uit de boot, durf over water te lopen, vertrouw maar op God en de hemel gaat open”. Stel je voor, dat een goedgelovig, moedig kind echt uit de boot stapt en over water gaat lopen. Dat lied kan tot grote ongelukken leiden.
Zelf werd ik als kind bang gemaakt voor de grote, boze bullebak, die in het water huisde en je zomaar kon pakken. Die opvoeding was realistisch: het hield je bij het gevaarlijke water vandaan. Zo’n vroom kinderlied kan niet, vond ik.
Maar nu zie ik het in een ander perspectief, en zou ik het zo willen herschrijven: “Stop met de drank, durf op water te lopen, vertrouw maar op God: je bent echt niet bezopen!”