vrijdag 25 maart 2016

De zesde stap: naar de Doopsgezinde Gemeente te Arnhem, op zondag 20 maart 2016



Het project van de Protestantse Kerk in Nederland voor de 40-dagentijd heet: ‘zet een stap naar de ander’. Ik wil gehoor geven aan de oproep door elke zondag naar een andere kerk te gaan als zoekende vreemdeling. Ik wil mensen vragen naar hun vastenpraktijk in deze tijd voor Pasen.
De eerste stap was naar Zetten, de tweede naar Lent, de derde naar Arnhem-Zuid.
De vierde was geen stap, maar een reis naar een voor mij heel vertrouwde plek: Den Helder. De vijfde was naar de Moluks Evangelische Kerk in Elst. De zesde naar de Doopsgezinde Gemeente te Arnhem op zondag 20 maart 2016.
Op deze Palmzondagmorgen kwam ik Arnhem binnengereden en vond de historische kerk ‘naakt’, zonder tuin of groen, oprijzend op een parkeerplaats. Ik zocht tussen de auto’s een plek voor mijn fiets. Ik vroeg het een kerkganger. ’Nee, er is hier geen stalling. Maar als u het niet vertrouwt mag u hem ook binnen zetten’. Dat klonk aandoenlijk zorgzaam. Mijn fiets in de kerk. Die hoorde toch buiten? Ik wilde het vertrouwen wel wagen, en zette hem wat verderop bij winkels waar fietsklemmen in het trottoir waren aangebracht.     
De ontvangst was hartelijk. Mijn ‘ik ben zoekend’ werd door predikant ds. Paul F. Thimm gepareerd door ‘dat zijn wij ook’. Ik was in een kleine, open, op elkaar betrokken gemeenschap van mensen. In de dienst werd als eerste lied gezongen: ‘Zonne der gerechtigheid, ga ons op in deze tijd’.  Wonderlijk: bij het zingen van die eerste zinnen brak de zon door het wolkendek. Het licht viel door de hoge kerkramen over de gemeente. Het ontroerde me. Ik werd zingend de dienst in getrokken. Daarna kwam psalm 118 met het herhalende: ‘Zijn liefde duurt in eeuwigheid’. Dat we dat maar niet zouden vergeten! En het achtste vers van die psalm: ‘De steen die door de tempelbouwers, verachtlijk was een plaats ontzegd’.  Het raakte me. Het lied vraagt alert te blijven op het spel van vrome leidinggevenden en machthebbers. Ook op het functioneren van de eigen kerk.
Aan het eind van de dienst was er op de beamer een foto van een ezeltje, vastgebonden aan een paal met de P van Parkeerplaats, en de tekst:
 

Ezel nodig!

Niet omdat die dom,
maar omdat die taai,
dienstbaar, koppig
en zo gewoon is.
 
De vredevorst
heeft jou nodig!

 


Na de dienst was er koffie met daarbij in een kleine kring een goed gesprek over geloven en de doop. Voor de Doopsgezinden is de eigen persoonlijke geloofsbelijdenis belangrijk. Daarop mag je gedoopt worden. En er is ruimte om de kinderdoop te erkennen. Wat betekent het voor je, de doop? Een vrouw vertelde dat haar zoon en schoondochter in verwachting zijn. Zij zei erg benieuwd te zijn of de boreling gedoopt zou worden. Hij is ‘niets’  - waarbij gevraagd werd of dat kan, dat je ‘niets’ bent – en zij orthodox Rooms Katholiek. Ik vroeg haar wat zij zelf het liefst voor haar kleinkind zou willen. Het antwoord duurde. Dan: ’dat het opgroeit tot een mooi mens die zijn/haar eigen weg zal gaan. Wel of niet gedoopt’. En over het vasten: ja, er waren mensen in hun kring die ermee bezig waren, op een eigen manier.
Bij het weggaan vroeg de predikant wat ik van de Doopsgezinden had gevonden. Ik moest lachen en zei - ik bedoelde het als compliment - dat ik het ezeltjes vond, koppig, taai, dienstbaar en ook zo gewoon. Ik moest mijn fiets gaan zoeken. Zij stond gewoon geduldig op mij te wachten op de plek waar ik haar had neergezet. 

Ineke van Middendorp-Sonneveld
Op weg naar de Ander
40 dagentijd 2016