“Dominee, bent u al aan het
aftellen?” vroeg
iemand mij deze week. Mijn antwoord is: ja en nee. Ja, als het gaat om de weg
naar Pasen, van Aswoensdag (5 maart) tot de Paasmorgen
(20 april). Het zijn de 40-dagen. Een tijd van voorbereiding, van uitzien naar het grote feest. Dat is aftellen. Nog zoveel nachtjes slapen. In onze kerk zijn we druk bezig met de voorbereidingen. Op elke woensdag een vesper. En straks de diensten in de Stille Week, op Witte Donderdag en Goede Vrijdag. Met Pasen zullen we het nieuwe leven in Jezus’Naam vieren, het Licht dat het donker van de dood verdrijft. De nieuwe Paaskaars zal in ons midden branden.
(20 april). Het zijn de 40-dagen. Een tijd van voorbereiding, van uitzien naar het grote feest. Dat is aftellen. Nog zoveel nachtjes slapen. In onze kerk zijn we druk bezig met de voorbereidingen. Op elke woensdag een vesper. En straks de diensten in de Stille Week, op Witte Donderdag en Goede Vrijdag. Met Pasen zullen we het nieuwe leven in Jezus’Naam vieren, het Licht dat het donker van de dood verdrijft. De nieuwe Paaskaars zal in ons midden branden.
Ná Pasen gaat het tellen door. Dan is het niet meer
aftellen, maar optellen geworden. Zeven weken, zeven maal zeven dagen lang tot
aan de 50-ste dag: Pinksteren. Als we bij 50 zijn is het zover: dan vieren we
de komst van de Geest van God. Zij waait in de kerk en over heel wereld. Wat
gevangen en op slot zat wordt opengebroken. Met Pinksteren vieren we dat we
mogen delen in de gaven van de Geest, en dat we de vruchten mogen plukken van
het leven van Jezus: de liefde en de vreugde, de vrede allermeest; geduld om te
verdragen en goedertierenheid; geloof om veel te vragen, te vragen honderduit
(Lied 841). Zij worden ons geschonken als voedsel van vrede.
Aftellen en optellen: dat is de beweging die we in
de kerk van Aswoendag tot Pinksteren maken. Eerst de beweging van buiten naar
binnen, naar de kern, het midden: kruis en opstanding. Het kruis dat een levensboom
wordt. Het levensgeheimenis van Jezus Christus. Vanuit dat middelpunt worden we
weer naar buiten bewogen, om vrij te zijn en vrij te laten. Om open te bloeien in
Gods licht en liefde, dat alles wil aanraken. We mogen worden die we zijn. Het
één kan niet zonder het ander: buitenste binnen en binnenste buiten.
Bij die beweging maakten we in Den Helder een
kalender, met als thema: van binnen naar
buiten bewogen. De kalender begint bij de kern: de dagen van Pasen. Een
stadsbrede commissie heeft verhalen, gedichten en recepten verzameld, en
verschillende mensen gevraagd om te vertellen over hun beweging naar buiten. Zo
kunt u lezen over het zoeken en eten van alikruken, vroeger. Er is een recept voor
alikruken aangedragen. Co van Stee maakte een tekening van deze zeeslak, en zie
de lijnen: van binnen naar buiten. Ze werden/worden ook gegeten: door ze naar
buiten te trekken.
Ja, ik ben aan het aftellen, optellen en aan het
delen. Vanaf vandaag mag ik deelgenoot zijn in de AOW. Er zijn nog 4 maanden te gaan, dan ben ik
uitgediend (duur gezegd: ik word emerita). Dan neem ik afscheid van de
Protestantse Gemeente van Den Helder. Ik tel mijn zegeningen, ik heb er – ook
in mijn werk als predikant - vele gevonden, en hoop er - van Pasen naar
Pinksteren, en van Pinksteren naar Pasen – in te blijven delen.
Den Helder, 16 maart 2014