Zondag 10
november jl. sprak Mechteld Jansen, rector van de Protestantse Theologische
Universiteit in de kerk van Elst. Haar lezing was getiteld: ‘Oud baart nieuw’. Ze liet een paar beelden zien,
o.a. van de brand in de monumentale Notre Dame van Parijs. De oude vrouw, onze
lieve Vrouwe de kerk. Wat betekende ze? Wat heeft ze nog te zeggen? Ze sprak
over vrouwen in de bijbel, Sara, Elisabeth, die op hun oude dag zwanger worden
en een kind baren. De zaterdag
ervoor had ik voor het eerst dienst gedaan in het Oud Burger Gasthuis (OBG) in
Nijmegen. Een drietal vrouwen (80+) vormen er een bestuur die in het Huis
wekelijkse vieringen regelen. De lange duur is voor hen zwaar aan het worden.
Er moet voor alles gezorgd. Er zijn maar weinig voorgangers. Ze vonden mij. Er
waren een paar gesprekken. We zaten niet op één lijn. Wat was de betekenis van ‘oecumenisch’?
Begrepen we elkaar wel? Het was de bedoeling dat ik mee zou doen met hun pastor
in Woord- en Communie-vieringen. Ik wil
liever niet de communie uitdelen, de door een priester gewijde hostie. Ik wil
samenkomen rond het Woord, de bijbelse verhalen. Dat moet klinken en tot ons
komen. Dat is onze bron, onze voeding. We maakten de afspraak dat ik in een
paar diensten zou voorgaan. ‘Open
vieringen’, wilde ik het noemen. ‘Oecumenisch’
klonk mij te kerkelijk.
Zaterdag was de eerste. Ik had een liturgie gemaakt en opgestuurd om te kopiëren. Die was veel te donker afgedrukt. Op de voorkant stond een
Zaterdag was de eerste. Ik had een liturgie gemaakt en opgestuurd om te kopiëren. Die was veel te donker afgedrukt. Op de voorkant stond een
afbeelding
van MC Esscher.
We keken er met elkaar naar, bij de inleiding op de dienst. De verschillende sporen die over de weg getrokken waren, waren nauwelijks nog te zien. Er was het puzzelstukje van het spiegelende water. De kale donkere takken. Het ronde licht van de maan. We lazen de korte gelijkenissen uit Lucas 20 over het ene, dat verloren is. Een schaap. Een drachme. Over de vrouw die licht aansteekt, haar huis schoonmaakt, zoekt en vindt. De vreugde over het gevonden hebben. Ik vertelde over het waardevolle dat we kunnen verliezen, en over verloren zijn. Dat jij zelf verloren kan zijn, overvallen door donker en duisternis, overspoeld door modder. En over de hoop en het vertrouwen, dat er Iemand - onze lieve Vrouwe - is, die licht aansteekt, schoon maakt, zoekt en zal vinden. Ons leven is kostbaar en waardevol. Mensen mochten vragen stellen. Een man zei: ‘Ik spreek namens het hele OBG: ‘U mag hier blijven!’
Na de dienst blies één van de drie bestuursvrouwen de kaarsen uit die op de tafel stonden. Dat ging niet goed. Er kwam veel kaarsvet op het kleed. Een ander werd daar boos over. Uit het verborgene werden geconsacreerde hosties te voorschijn gehaald om een paar mensen op de kamer de communie te brengen. Ik zag het per ongeluk. Het voelde als ‘betrapt’.
De kerkgangers
gaven mij een hand. Sommigen hadden hun vragen: ‘Heb ik nou wel of niet de
communie gekregen? Want weet u, ik ben erg vergeetachtig, ik weet het niet
meer’.
Ik heb heel
veel bewondering voor de drie vrouwen van het Huis, die door de jaren heen de
vieringen trouw zijn gebleven. Zouden zij nog iets nieuws kunnen baren? Zou ik vroedvrouw
mogen zijn? We weten nog niet wat er komt en hoe het eruit zal zien. Maar geloof:
het komt. Oud baart nieuw. In Gods Naam.
Ineke van Middendorp-Sonneveld
Elst, november 2019
Elst, november 2019