zondag 27 september 2015

Trouw lezersdag - kort verslag



Wij zijn gewoon de dag te beginnen met een uitgebreid ontbijt. Er is thee, yoghurt, brood, beschuit, kaas en jams. En het dagblad Trouw. Steevast vragen wij elkaar: ‘Welk stuk wil jij?’ Trouw laat zich gemakkelijk delen in een nieuws gedeelte en het binnenkatern de Verdieping. We eten en lezen – uitgebreid – te beginnen bij onze favorieten. 
Zaterdag 19 september 2015 was de Lezersdag en werden we uitgenodigd in de keuken van Trouw te komen kijken. We wilden wel kennis maken de redactie, columnisten en schrijvers die – ongezien – aan onze ontbijttafel zitten.

Er was een hartelijk welkom van de hoofdredacteur Cees van der Laan. Als eerste kozen we  voor een ronde door het gebouw. We zagen de cartoonisten aan het werk en raakten in gesprek met verschillende mensen. De tweede ronde was met Wim Boevink, de man van het Klein Verslag op de tweede pagina van Trouw. Hij stond voor een volle zaal. De grote man was middelmatig van lengte, gekleed in een sportief licht pak, met - opvallend op het voorhoofd geplaatst - een donkere bril. Het drukte zijn gerichtheid naar boven uit.  Als het moment zich aandiende, moesten  zijn ogen op scherp gezet kunnen worden. Hij wilde zien, inzichtelijk maken en het opschrijven voor ons, zijn lezers. Het beloofde iets groots. Hij las voor uit eigen werk. In prachtige taal gaf hij een Klein Verslag van een training bij Trouw.
De komende maanden zal hij niet voor de krant schrijven, maar in Griekenland aan een paar uitgebreide essays werken. Het klonk gewichtig. Hij stond daar voor zijn trouwe lezers en leek gebukt te gaan onder een zwaarte, die op een gemoedelijke manier gedragen moest worden.

Na Wim Boevink was de columniste Tinkebell. Het werd een betrokken, emotioneel verslag van een vluchtelingengezin uit Afghanistan. Samen met Tamana, de dochter van de Amiri bracht Tinkebell het verhaal: vader Amiri heeft een paar jaar geleden het label van 1F gekregen. Dat betekent: verdacht van vroegere oorlogsmisdaden. Verdacht, zonder bewijs. Voor de Nederlandse regering was dat voldoende om hem begin dit jaar – na een verblijf van 18 jaar in Nederland - op te pakken en hardhandig uit te zetten naar Kaboel. Weg was hij. Het bleef stil. Hij liet niets van zich horen. Dat was vreemd. Het gezin raakte in paniek. In Trouw deed Tinkebell toen in januari 2015 verslag van deze ongekend brute, onrechtvaardige handelswijze van de Nederlandse overheid. Dochter Tamana reisde naar Kaboel om haar vader te zoeken. Tinkebell ging haar achterna samen met een filmmaker om Tamana bij te staan en om verslag te doen van haar zoektocht.
Wij kenden het verhaal. We hadden deze zomer de film die Tinkebell van haar resi heeft gemaakt, opgevraagd en gekregen. Wij zijn betrokken omdat mijn man Wim vanuit Vluchtelingenwerk  al 12 jaar lang een gezin uit Afghanistan begeleidt, met een vader die ook het stempel 1F kreeg. In 1997 kwamen zij in Nederland aan. Voortdurend worden zij door overheidsinstanties bedreigd. De vader wordt het recht ontzegd hier bij zijn gezin te zijn. Hij is een verdachte. Is hij schuldig? Niets is bewezen. Moeten wij zijn onschuld gaan bewijzen? Deze man heeft, destijds op de vlucht en hier met zijn gezin, zoveel meegemaakt dat - in dit stadium - de vraag naar ‘schuld’ niet meer gesteld zou moeten worden. Zij hebben genoeg geleden. Laat hen nu toch eindelijk vrij. Zo denken wij. Anders dus als Tinkebell, die zich nu zal gaan inzetten om de onschuld van vader Amiri te bewijzen.

In de laatste ronde van die dag waren wij bij sportcolumniste
Marijn de Vries. Zij schrijft vanuit de praktijk van de topsport. Het trainen, volhouden, afzien, doorgaan, vastbijten, niet loslaten, winnen en verliezen. Voor haar was het wielrennen. Toevallig was ze daarin gerold, omdat een vroegere vriend fietste en zij met hem op ging trekken. Ze kocht een racefiets. En toen bleek dat zij veel harder ging dan hij. Hij had haar verlaten. Bij dat verlies kwam voor haar nog meer het harder trappen in beeld. Het werd wielrennen en voor de winst gaan. Voor de topprestatie.
Marijn weet verschillende sporten en sporters met elkaar te verbinden. Haar ogen stralen je tegemoet. Met de topsport is ze dit jaar  gestopt. Ze woont, fietst en schrijft in Spanje, aan de voet van de Pyreneeën.
Ze is er gelukkig.

En toen was er aan het eind van de dag de borrel. Lezers en schrijvers  zwermden door elkaar, zochten elkaar op en raakten in gesprek met de mensen van Trouw. Ik sprak met Marijn over fietsen als metafoor voor het leven. Ik gaf haar het gedicht Lichtlijnen van Arta Verdonk, dat op muziek is gezet en gezongen door Noortje Korst. Het gedicht gaat over het malen van de pendalen en herkauwende koeien. Dat is wat er fietsend gebeurt.

suizen, niet dan suizen
de pedalen ronden, lichtlijnen
door het polderland
in wit en grijs en groen

immense koeienlijven
liggen gezapig in het gras
bewegen traag de tanden
een gestaag vermalen van
wat nog niet is verteerd

o koe te zijn en talig
en dan wat ooit geslikt
een logge last gebleven is
hernemen, het oude zeer
doorzien – het witte licht.
  
                              Zie: www.museconnaction.nl/lichtlijnen.html

Ik nestelde me in een hoekje van de zaal om te genieten van een glaasje wijn en het geheel te overzien. Mijn man Wim was verwikkeld geraakt in een ernstig lang gesprek met Tinkebell en Tamana. Rond Marijn had zich een groep mensen verzameld met veel vrolijkheid. Wim Boevink stond apart met zijn gehoornde bril, lederen schoudertas en in zijn hand een papieren kadotasje met kleurrijke stippen. Klaar voor vertrek.