In Elst is een laan met aan weerszijden een lange
rij met walnotenbomen. Met mijn 4-jarige kleindochter Minke ging ik er vorige week
naar toe om noten te zoeken. We liepen de hele laan af en waren blij als we er
weer één tussen de gevallen bladeren ontdekten. We waren niet de enigen. Er was
een bont gezelschap zoekers. Met een chinese vrouw wisselden we een paar
onverstaanbare woorden. Ze was erg vriendelijk.
Aan het eind stapten we op de fiets en gingen een appeltje eten in het park bij ons huis. Daar stond een grote tamme kastanje met onder haar het gras bezaaid met heel veel opengesprongen stekelige omhulsels. Hier hoefde niet gezocht. De oogst lag voor het oprapen. Dat deden we er even bij. Thuisgekomen wilde Minke weten hoeveel we gevonden hadden. Het tellen begon. Ik moest haar helpen bij de sprongetjes naar een volgend tiental. Ze telde: 70 kastanjes en 101 noten. Vooral bij de laatste - de honderd-en- éénste – was ze erg enthousiast. Zoveel!
Aan het eind stapten we op de fiets en gingen een appeltje eten in het park bij ons huis. Daar stond een grote tamme kastanje met onder haar het gras bezaaid met heel veel opengesprongen stekelige omhulsels. Hier hoefde niet gezocht. De oogst lag voor het oprapen. Dat deden we er even bij. Thuisgekomen wilde Minke weten hoeveel we gevonden hadden. Het tellen begon. Ik moest haar helpen bij de sprongetjes naar een volgend tiental. Ze telde: 70 kastanjes en 101 noten. Vooral bij de laatste - de honderd-en- éénste – was ze erg enthousiast. Zoveel!
Een paar weken geleden fietsten mijn man en ik naar
Hemmen om de zoete Armgards van onze aldaar geadopteerde boom te plukken. Ze
stond in de boomgaard als het ware op ons te wachten, zwaar gebukt onder een te
grote hoeveelheid appels. Vele waren al gevallen .Een paar takken was door het
gewicht van de appels gescheurd. We begonnen het afval op te rapen. Mooie,
rijpe vruchten waren het. Die wilden we niet vertrappen. Daarna kwam het
plukken. We bevrijdden de boom van haar loodzware last. Zeven volle kisten
zetten we op een karretje en brachten dat weg om er sap van te laten maken. De
rest laadden we op onze twee fietsen. Thuis rekenden we uit hoeveel de boom
gedragen had. We kwamen uit op een gewicht van bijna 200 kilo. Eén boom!
Vruchten die vallen zijn rijp, voldragen. Ze worden
losgelaten in een natuurlijk proces.
Plukken is een ingreep. Appels die geplukt worden blijven langer
houdbaar. Zij zijn niet beschadigd, niet gekneusd. Om te plukken moet je
reiken, je groot maken, omhoog kijken. Om te rapen moet je buigen en bukken,
met een voortdurend naar beneden gerichte blik, die naar de vruchten op de
grond zoekt. Oogst verzamelen. Het is rapen en plukken.
Plukken en rapen. Beide vaardigheden heb ik de
laatste weken beoefend. Daarmee bezig komen als vanzelf de gedachten bij het
proces van het eigen leven, het ouder worden, rijper, wijzer. De oogst van het
leven. En de vraag: zal je straks willen of durven vallen? En dan? Zul je dan
geraapt en verzameld worden? Of is er
een plukdag? Ik zocht, vond, plukte en plakte uit het gedicht ‘Herfst’ van R.M.
Rilke deze laatste regels:
Wij allen vallen. Deze hand hier valt.
En welke je ook ziet: het is in alle.
En toch één is er die dit vallen
oneindig zacht in handen houdt.
Wij allen vallen. Deze hand hier valt.
En welke je ook ziet: het is in alle.
En toch één is er die dit vallen
oneindig zacht in handen houdt.