Vorige week samen met man Wim naar Duisburg geweest.
Een eenvoudige treinreis, vanuit Arnhem met de Abellio. Naar een Afghaan die
ruim 20 jaar geleden met zijn vrouw en kinderen in Nederland kwam wonen.
Weggevlucht uit hun thuisland waren ze. Het was niet langer veilig voor hen.
Twee van hun kinderen waren bij een aanslag gedood. Vanuit Vluchtelingenwerk
werd Wim hun begeleider.
Het gezin kreeg een verblijfsvergunning. Alleen werd dat van de vader later
ingetrokken, vanwege een ambtsbericht uit februari 2000 van de Nederlandse
ambassade in Pakistan. Hij kreeg daardoor – omdat hij bij de overheid had
gewerkt - het label: verdachte van
oorlogsmisdaden. Een jarenlang juridisch gevecht volgde om voor hem, net als
vrouw en kinderen, een
verblijfsvergunning te krijgen.
Door een gerechtelijke uitspraak in oktober
2016 werd echter zijn verblijf in Nederland ‘onrechtmatig’. Het leek hier niet
langer meer veilig voor hem. Begin 2017 verdween hij. Opnieuw gevlucht. Alleen
nu, zonder zijn gezin. Hij dook op in Duitsland. Kreeg ernstige problemen met
zijn gezondheid. Vond er een plek, en werd (nog) niet aan Nederland
overgedragen. Hij leert nu de Duitse taal in een opvanghuis in Duisburg. Zijn
leven is gefrustreerd, wordt bedreigd. Het is onveilig, een gespannen wachten
en afwachten. Hoe moet het verder? Wat hangt hem boven het hoofd?
Wij wilden bij hem op bezoek. Hij wachtte ons op bij
de bushalte. Het was een emotioneel weerzien. De verhalen over zijn situatie
kenden we: dat zijn gezin voortdurend geplaagd werd en wordt door de
Nederlandse overheid o.a. door hen te korten op de zorg- en huurtoeslag. ‘Ze raden mijn vrouw nu aan om van me te
scheiden!’ Weerloos en vol verdriet kwam het eruit. ‘Ik ben een getekende: een oorlogsmisdadiger!’ Weliswaar kwam het
nooit verder dan een verdenking. Maar als jarenlang gezegd blijft worden dat je
een misdadiger bent, ga je het zelf bijna geloven. Wat moet of kan hij doen? Zich bekeren tot het
christelijk geloof? Met zijn gezondheid gaat het niet goed. De voortdurende
psychische druk heeft hem ernstig beschadigd. Na ruim 20 jaar opgejaagd en
vernederd te zijn, zouden we – als weldenkende mensen - van de overheid moeten
eisen: geef die man nu eindelijk rust, een veilig thuis bij zijn gezin. Ook ter
wille van zijn vrouw en kinderen. Als hij al wat gedaan heeft, dan zijn zij
allen inmiddels genoeg gestraft. Weet van vergeven. En dat we ook onszelf (de
Nederlandse overheid) vergeven, die iemand – zonder bewijs, zonder rechtsgang –
jarenlang als misdadiger heeft behandeld. Maar de overheid blijft bij de harde
lijn: gewoon uitzetten.
We werden in Duisburg warm onthaald. De hele keuken
van het opvanghuis en zijn kamer geurden naar kip, die speciaal voor ons werd
klaargemaakt. We zaten met hem rond de tafel aan de maaltijd. Er was salade en
brood. Er moest gegeten en gedronken worden. We hieven het glas cola op zijn
toekomst.
Naar Duisburg. Het is een eenvoudige reis. Op de
terugweg stopte de Abellio in Emmerich en ging niet verder. Er was een kapot
treinstel. Met een bus werden we naar Arnhem gebracht. Warm zaten we tegen
elkaar aan, als haringen in een ton. Het duurde. Het was meer en langer dan
verwacht. Onze gedachten waren bij de vader, zijn vrouw en kinderen. En dat zij
genadeloos gedwongen worden gescheiden wegen te gaan.
Ineke van Middendorp-Sonneveld
Elst, 11 februari 2018
Elst, 11 februari 2018