dinsdag 29 juni 2010

Wegen van zegen

De klok had elf geslagen. Het was donker. Een jongen schiet ons aan op het Raadhuisplein in Hoogkarspel. Hij zoekt de “landbouw”. Wij wijzen de weg. Nee, zegt hij, daar ben ik al geweest. Daar is het niet. We vragen verder. Nee, het is ook niet de “tuinbouw”. Hij weet het niet meer. Er moet een brug zijn. En een rotonde. Het klopt niet. Hij is zenuwachtig. Heb je geen adres? Kun je niet bellen? Nee, ook niet. De batterij van zijn telefoon is leeg.

Nou, kom dan maar mee, we wonen hier vlakbij, dan kun je de batterij opladen.
Al gauw krijgt hij contact. Hij begrijpt dat hij een dorp te ver is gelopen. Hij moet in Grootebroek zijn. Om hem niet verder te laten dwalen, zetten we de computer aan om voor hem een plattegrond uit te draaien. Ondertussen kijkt hij aandachtig de kamer rond.

Dan vraagt hij: ”Bent u christelijk?” Ja, hij is terecht gekomen bij de dominee, in de pastorie van de kerk. Hij vindt het een wonder. Hij vertelt God gebeden te hebben dat hij niet buiten zou hoeven slapen. En zie, het is goed gekomen.

Als hij even later met plattegrond de nacht in stapt, groet hij ons met de woorden: “God zal u zegenen”. En dat doet hij, in een donkere jonge jongen.