zaterdag 7 maart 2020

Het bijbels getuigenis van de Tent of Nations


De Tent of Nations is  een vredesproject in Israël, in de buurt van Bethlehem, van de Palestijns-christelijke familie Nassar. Hun boerderij hebben zij omgebouwd tot een educatief, geweldloos ontmoetingscentrum. Ondanks moeilijke omstandigheden en de voortdurende dreiging van landonteigening zet de familie zich op een creatieve manier in om mensen de ogen te openen voor het onrecht dat hen en het Palestijnse volk wordt aangedaan. Een grote steen bij hun bedrijf verwoordt in verschillende talen hun getuigenis:  ‘WE WEIGEREN VIJANDEN TE ZIJN’. Mensen en groepen die Israël bezoeken, hebben hun weg gevonden naar de Tent of Nations en zijn ‘vriend’ geworden. Op 8 februari jl. was ik in de kerk in Driebergen op de Vriendenmiddag van de Tent of Nations, met vele mensen die het project hebben bezocht of wilden leren kennen. Er werden indrukwekkende verhalen verteld.

Al aan het begin van de dag werd ik getroffen door het verhaal van ‘Paulien’. Kort en krachtig legde zij een persoonlijke getuigenis af (ik geef het weer in mijn eigen woorden en met mijn eigen interpretatie):
Het is zomer 2019. Ze staat op het strand in Katwijk en heeft alle flinterdunne blaadjes uit  haar Statenbijbeltje gescheurd en op de branding van de zee gegooid. Het was het afscheidscadeau van de zondagsschool: de Bijbel met de 150 berijmde Psalmen en de drie Formulieren van Enigheid. Voorin was de tekst geschreven: ‘Ik zeg u, wie Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik belijden voor de Vader die in de hemelen is’ (Mat. 10,32). Wat overbleef was het omhulsel, het van-tot-kaft met daartussen een schrijnende leegte.  Daarna had ze een duik in zee genomen. Met dit ritueel had ze afstand genomen van de benauwende zwaarte van het geloof, van de leer dat een ander belangrijker was dat zij zelf. Dit was voor haar bevrijdend. Nu kon ze beginnen zichzelf te worden.
September 2019 is zij in Israël en gaat naar Bethlehem, naar de Tent of Nations. Ze werkt er op het land met andere vrijwilligers. Er worden olijfbomen geplant. Het werk is haar niet vreemd, maar het bezorgt haar spierpijn. Ze ontmoet en spreekt anderen, leert de familie Nassar kennen met het geweldloze ondergrondse verzet tegen onophoudelijke aangedaan onrecht. Een familie waar het geloof in Christus en de navolging geleefd en beleefd wordt en door de gegeven omstandigheden dagelijks concreet is. Zij wandelde er met een engel.

‘Paulien’s verhaal was heftig en zette ons aan het denken. Een collega predikant zei tegen mij: ‘Dat verscheuren van de bijbel. Dat kan toch niet’. Het deed denken aan boekverbrandingen, de drang om te vernietigen van wat je tegenstaat. Heiligenbeelden die kapot geslagen moeten worden. ‘Jammer’, zeiden we tegen elkaar, ‘dat ze de verhalen niet anders heeft leren lezen’. Voor de kerk en haar gelovigen is de bijbel heilige Schrift, Woord van God en Bron van het geloof. Wat doet het met hen, om te horen dat het heilige boek niet langer verdragen kon worden, en als bron van onderdrukking ervaren werd? En daarom weggedaan. Verscheurd. Kunnen we dat als kerk, als gelovigen meemaken? Hebben we de ruimte om dat te begrijpen en als iemands eigen authentieke keuze te accepteren?

Het ritueel dat ‘Paulien’ aan zichzelf voltrok, is ook  indrukwekkend: wat haar benauwde, de Schrift, werd verscheurd en terug aan God  gegeven, aan de grootse zee. En zelf nam ze er een duik in. Ze dompelde zich in die hele geschiedenis van God met mensen. Het was als een doop, een nieuwe geboorte, waarin ze zichzelf zocht, wie ze was. Het van-kaft-tot-kaft werd een bevrijdende ruimte, die ze in mocht vullen met haar eigen verhalen en ervaringen. Ze was naar Israël/ Palestina gegaan, naar Bethlehem, de Tent of Nations met de familie Nassar, die leeft te midden van onderdrukkend geweld, die bedreigd wordt, maar weet van de verbondenheid met de bevrijdende God en die hoopt en bidt om vrede. Die mensen oproept elkaar met vrede te zegenen, en niet langer als vijanden elkaar naar het leven te staan.  ‘Paulien’ vertelde op de Vriendendag – voor een grote groep mensen - dat ze er olijfbomen plantte, dat ze gedichten schreef en foto’s van bloemen maakte. En dat ze daar met een engel had gewandeld.
 
Zij vertelde het  niet alleen. Ik hoorde haar verhaal als een kostbaar getuigenis voor de mensen. Alsof de woorden, die vroeger voorin haar bijbeltje geschreven waren, zich hier voltrokken.

Elst, 19 februari 2020

Ineke van Middendorp-Sonneveld
predikant buiten dienst

Zie ook: www.tentofnations.nl