dinsdag 25 augustus 2009

Niet bang?

Gelukkig waait het over, de donkere lucht van de Mexicaanse griep. Denken we. Het gaf veel onzekerheid. We waren bang. Nu durven we te vragen. Werden we bang gemaakt? Wie profiteerden ervan? Ik, die niet zo van zoenen houd, riep naar mensen: “Nee, niet doen! ’t Kan niet vanwege de griep!” En zij: “Ja, hoor. ‘t Mag wel. Een hand geven is gevaarlijk. Handen, daardoor besmetten we elkaar”.

We zitten rond de tafel om een oecumenische viering voor te bereiden. We willen met elkaar avondmaal vieren. Brood en wijn delen. Lichaam van Christus, heil en vrede. Met elkaar te communie gaan. Maar hoe? In deze tijden van dreigend besmettingsgevaar moeten mogelijke bronnen van onheil gemeden worden. Simpele dingen: kunnen we nog wel de collectezak aan elkaar doorgeven? Voor het vieren van het avondmaal adviseert de Protestantse Kerk: handen wassen, en gebruik voor de wijn wegwerpbekers. Wegwerpbekers? Zijn er geen alternatieven? Dan liever druiven geplukt van een grote tros, van de wijnstok.

Ik lees op de website de aanbevelingen van onze Protestantse Kerk. Verschillende kunnen wat mij betreft zo de prullenmand in. Er is een desinfecterende spray om de rand van de beker te reinigen. Alle bacteriën dood. En wij? Lijkt me geen ongevaarlijk spul. Of: de wijn kan geschonken in kleine bekertjes. Bijvoorbeeld medicijnbekertjes uit de apotheek. Mijn gedachten gaan op de loop. Avondmaal als medicijn. Met brood als een pilletje uit een doordrukstrip, het wonder teruggebracht tot de meest geconcentreerde ongevaarlijke en hygiënische vorm.

Terug naar de bron. De maaltijd. Brood en wijn. Ik zou zelf het brood willen bakken. Het is voor mij, als voorbereiding, waardevol: het kneden van het deeg, het wachten op de rijs, als een oefening in geduld. En dan de beker, de wijn. Ik denk aan de grote, kostbare bekers van onze kerk. Als iemand, om welke reden dan ook, daaruit liever niet wil drinken, het is goed. Zo’n beker vasthouden en aan elkaar doorgeven, dát is al verbondenheid. Van hand tot hand. Maar wat nu: zijn die handen wel rein?

Als kerkenraad zitten we rond de tafel. Iemand zegt: “We hebben, verborgen op zolder, nog oude, kleine avondmaalsbekertjes. Díe moeten op tafel komen. Zij zullen vol wijn geschonken worden!” Alsof het verloren schaap, de verloren penning, gevonden is. We maken er een feest van!

Toch bang? Nee. Gewoon nuchter en waakzaam.